Powered By Blogger

donderdag 30 september 2010

Woensdag 29 september (Victoria)


Een stralende dag vandaag met veel zon. Na een ontbijt dat steeds kariger wordt, zijn we lopend op stap gegaan. Langs de kade van de Inner Harbour door een winkelstraat, op zoek naar een Starbucks, die we gelukkig snel vonden en we hebben op het terras buiten genoten van een heerlijke café latte.
Daarna zijn we naar het Royal British Columbia Museum gelopen .Dat stond nog op het lijstje van niet te missen dingen.
En inderdaad, het is een prachtig museum; wat mij betreft een absolute must als je in Victoria bent. We zijn begonnen met het bekijken van een tijdelijke tentoonstelling. Je kreeg hier een beetje een idee hoe uitgebreid de collectie van het museum is en over hoeveel know how ze beschikken. Honderden potten met allerlei soorten dieren op sterk water, een zeer uitgebreid herbarium, duizenden insecten van klein tot piepklein met een speld opgeprikt op een bord.
Papieren met verzoeken om hulp bij bepaalde vraagstukken en een korte beschrijving van een aantal deskundigen die het museum in dienst heeft.
De tweede verdieping beschreef de geschiedenis van de eerste bewoners van BC (wij zouden zeggen indianen maar zij zeggen “natives”). Alles kwam aan bod; hoe ze kleding maakten, gereedschappen om te jagen, hoe ze woonden.
Het interessantst vond ik dat de werkwijze van alle dingen die ze maakten, punt voor punt werd uitgelegd en getoond. Zo zie je de voorwerpen a.h.w. ontstaan.
Het tweede gedeelte toonde de ontwikkeling van het dagelijkse leven in Canada van zeg maar 1900 tot 1990. Allerlei kleding en gebruiksvoorwerpen van spelletjes tot potten en pannen lagen uitgestald.
Ook hadden ze een stadje nagebouwd met saloon, winkeltjes en een heus hotel uit de jaren ‘30. Je kon het hotel inlopen en de trap op gaan en dan zag je de gang met de hotelkamers. Het leek net of we in de jaren dertig waren beland. Er was een houtzagerij, een bedrijf waar vis werd ingeblikt en er was een stuk van een schip nagebouwd met het verblijf van de kapitein.
Toen we dit allemaal hadden bekeken, zijn we eerst naar buiten gegaan om in de zon te lunchen. Het handige is dat je op vertoon van je kaartje zó weer naar binnen kunt lopen.
Daarna hebben we de eerste verdieping bekeken die ging over de prehistorie van BC en over het dierenleven. Er waren diorama’s van de oceaan, het strand, het bos etc..
Nadat we zo’n 5 uur hadden rondgelopen, zijn we weggegaan. Op de terugweg naar ons hotel hebben we nog een bezoek gebracht aan het parlementsgebouw van BC. Een prachtig gebouw met heel veel gebrandschilderde ramen en toeters en bellen.
We hebben nog even voor het gebouw lekker in de zon gezeten en daarna zijn we teruggegaan naar ons hotel. Even uitrusten om vervolgens weer de stad in te gaan om te eten bij Earl’s. Het was heerlijk.
Vanavond vast wat inpakken want morgen gaan we met de ferry naar Port Angeles in de USA om vervolgens meteen door te rijden naar Portland.
Het wordt dus een lange dag met veel reizen.

woensdag 29 september 2010

Dinsdag 28 september (Ucluelet - Victoria)


Het is echt niet te geloven. Vandaag, op de dag dat wij vertrekken uit Ucluelet is het droog. Er is zelfs een stukje blauwe lucht te zien en we hebben de Pacific nog niet zo duidelijk gezien als vandaag.
We ontbijten, pakken de koffers en spullen in en nemen met pijn in ons hart afscheid van dit schitterende luxe appartement. Ondanks de regen hebben we hier 3 schitterende dagen doorgebracht.
We moeten via dezelfde weg terug want er is maar één weg van en naar Ucluelet maar het lijkt een compleet andere weg. Het is niet helemaal helder maar we zien nu pas hoe mooi de omgeving is. Bomen, hoge heuvels, meren, beekjes, stroomversnellingen; we zien nu pas wat we op de heenweg allemaal gemist hebben door de mist, regen en storm.
Eén ding is zeker, we komen hier terug maar dan hopelijk met mooi weer.
Het is een lange reis in de auto; we zijn het niet meer gewend de laatste dagen. We stoppen om te lunchen en ja, het kan buiten want het is nog steeds droog.
Onze 2e stop is het plaatsje Chemainus dat heel beroemd is om zijn muurschilderingen. Om de boel daar op te leuken, hebben de inwoners in 1982 een aantal internationaal bekende kunstenaars uitgenodigd om de muren van het stadje te gebruiken als schildersdoek. Dit resulteerde in de grootste outdoor gallery van de wereld. Er zijn momenteel 39 muurschilderingen en 13 beeldhouwwerken te zien.
We hebben er een poosje rondgelopen en een aantal van deze muurschilderingen bekeken. Daarna hebben we nog een gesprek gehad met een vrouw van het infocenter. We vertelden dat we nog eens terug wilden gaan naar Vancouver Island en we hebben van haar een aantal tips gekregen over het weer en een aantal folders.
Daarna zijn we doorgereden naar Victoria; onze eerste grote stad sinds weken. Dat was wel even wennen want al die drukte zijn we niet meer gewend. Het hotel was gelukkig makkelijk te vinden; het ligt bij Inner Harbour, het middelpunt van de stad. Heel handig want we hebben alles wat we willen zien binnen loopafstand zodat de auto veilig in de ondergrondse parkeergarage van het hotel kan blijven staan.
Snel ingechecked en de spullen naar de kamer gebracht. Het is wel even wennen hoor! De hotelkamer is best ruim maar vergeleken met de ruimte die we in Ucluelet hadden, is dit een kast.
Vanavond hebben we wat rondgelopen in het centrum, de Inner Harbour.
Langs de kade waren veel kraampjes en kunstenaars die met houtsnijwerk of met tekenen bezig waren. Leuk om te zien. We zijn een winkelstraat doorgelopen en daarna hebben we een eetgelegenheid opgezocht, vlak bij ons hotel. We hebben er heerlijk gegeten en de kelner gaf ons de tip dat we als we een eindje de weg af liepen, bij het water kwamen waar we een mooi uitzicht hadden op de kust van Amerika.
Heel apart want 4 jaar geleden, stonden we aan de andere kant naar Canada te kijken. Na dit wandelingetje zijn we terug naar de kamer gegaan. Het was hier in Victoria mooi weer, echt waar!!! De zon scheen en we hebben in ons T-shirt buiten gelopen. Morgen zal het zelfs zo’n 20 tot 22 graden worden.
Maar morgen gaan we naar binnen. We willen erg graag een bezoek brengen aan het Royal BC Museum. Dat moet geweldig zijn. Gelukkig ligt het 5 blokken van ons hotel vandaan zodat we toch nog van de zon kunnen genieten. En van een beker Starbucks koffie want we hebben al 2 Starbucks tenten gezien.
Trouwens onze hotelkamer heeft uitzicht op de Inner Harbour. Zeker nu het donker is en er heel veel lichtjes te zien zijn, is dat een prachtig gezicht.
Morgen is onze laatste dag in Canada en daar gaan we nog even goed van genieten.

dinsdag 28 september 2010

Maandag 27 september (Ucluelet)


Vanmorgen stonden we om half 8 al naast ons bed. Toen we naar buiten keken, hadden we zo iets van ja hoor, het is weer zo ver. Het regende en het waaide weer, net als zo vaak deze vakantie.
Na een heerlijk ontbijt zijn we snel de auto ingestapt want we gaan proberen zwarte beren te spotten en de meeste kans heb je bij eb.
Via de routebeschrijving die we hadden gekregen, kwamen we op een hobbelige, achteraf weg die we zelf nooit hadden gevonden. Deze weg kwam uit bij Thornton hatchery (viskwekerij) aan de ene kant en een kreek aan de andere kant.
Het regende behoorlijk maar er liep een BEER. Hij was een eindje weg (ca. 100m) maar het was er echt een. Ademloos hebben we zitten kijken, de regen maakte ons helemaal niks meer uit.
De beer (een zwarte) liep ook nog eens een keer onze kant uit zodat we hem echt heel erg goed konden zien, ook al omdat we een verrekijker bij ons hadden. Hij liep een beetje door het water, ging op een stuk rots zitten om vervolgens op diezelfde rots te gaan liggen. We zagen zijn gigantische klauwen, daar wil je echt geen mep mee hebben.
Het leek alsof hij een beetje zat te dommelen maar door de verrekijker kon je duidelijk zien dat hij heel alert was. Dit duurde een poosje maar opeens was er een heleboel opspattend water en een hoop lawaai. Het volgende wat we zagen was dat de beer een gigantische vis in zijn bek had. Vervolgens liep hij met de spartelende vis in zijn bek in de richting van het struikgewas. Ik denk dat hij daar rustig zijn buit ging opeten. Wij waren sprakeloos. We hadden nooit verwacht dat we dit nog eens zouden meemaken. Vergeten waren de regen en de wind; dit was zó bijzonder om te zien.
Toch zijn we maar snel de auto ingegaan want we wisten niet of en waar de beer tevoorschijn zou komen nadat hij zijn vis opgegeten had.
Helemaal stil zijn we teruggereden naar ons appartement waar we eerst een beker hete koffie hebben gedronken om vervolgens meteen te kijken of de foto’s enigszins gelukt waren. En dat waren ze.
Nadat we van onze verbazing waren bekomen, zijn we maar weer op weg gegaan. Eerst nog even naar het Visitorcenter en daarna hebben we een trail gelopen. Eerst een stuk gravelweg en daarna een gigantische hoeveelheid boardwalk en trappen die spek en spekglad waren want het regende inmiddels hard. Maar het was zó mooi en zó rustig; we zijn helemaal niemand tegengekomen.
Uiteindelijk kwamen we via al die trappen uit bij een verlaten baai met zand.
Het was een soort “alleen op de wereld” gevoel. We hebben een poos op een van de vele omgevallen boomstammen gezeten en daarna heb ik mijn sokken en schoenen uitgetrokken want ik moest even met mijn voeten in de Pacific staan. Dat is inmiddels een traditie; elke vakantie moet ik minimaal één keer het water van de Pacific gevoeld hebben, weer of geen weer.
Om mijn voeten een beetje te laten opdrogen (uiteraard was ik vergeten om een handdoek mee te nemen) zijn we onder een boom gaan zitten want al dat regenwater maakte mijn voeten alleen maar natter. Met halfnatte voeten die ook nog eens vol zand zaten, de sokken en schoenen maar weer aangetrokken en vervolgens aan de terugweg begonnen.
Het ging steeds harder regenen en we kwamen doornat bij de auto. Toch maar naar een volgend trailtje dat de naam trail niet eens waardig is. Het was zegge en schrijve 100 meter via een hellende weg naar boven. Normaal gesproken moet je daar een giga mooi uitzicht hebben maar helaas, het was zo nevelig dat er van wat voor uitzicht dan ook, geen sprake was.
Terug naar de auto maar weer waar we eerst wat gegeten hebben.
Daarna zijn we teruggereden naar de haven van Ucluelet die ik nog graag wilde zien. Daar ligt de vissersvloot die de grootste is van de regio.
Er lagen inderdaad heel veel vissersboten en we hebben de aanlegsteiger afgelopen inderdaad, in de stromende regen. Ik heb nog een poos gepraat met een tonijnvisser die al 127 dagen van huis was. Hij vertelde dat over een week het tonijnseizoen ten einde was zodat hij naar huis kon.
Uiteraard vroeg hij waar we vandaan kwamen en wat we allemaal al hadden gezien. Heel leuk zijn die toevallige gesprekken en je steekt er vaak heel wat van op.
Daarna hadden we het helemaal gehad met alle regen en via de liquorstore en de supermarkt zijn we teruggegaan naar het appartement. Vervolgens een hete douche genomen en lekker gerelaxed. In de loop van de avond is het zo mistig geworden dat we de oceaan vanuit ons raam niet eens meer kunnen zien.
Maar we hadden een superervaring vandaag en daar gaan we nog lang van nagenieten. Morgen gaan we weg uit Ucluelet. Ondanks de regen vind ik het hier geweldig en ik zou dolgraag nog eens terugkomen maar dan met mooi weer. Vancouver Island blijft voor een eventuele volgende vakantie hoog op ons lijstje staan.

maandag 27 september 2010

Zondag 26 september (Ucluelet)


Het is niet te geloven; als we wakker worden en naar buiten kijken, zien we dat het DROOG is. Daar moeten we van profiteren. We besluiten om een gedeelte van de Wild pacific Rim Trail te gaan lopen. We beginnen met de Lighthouse Loop die uiteraard langs de vuurtoren loopt. Het is hartstikke mistig en bewolkt maar het is zó mooi. De trail is maar 2,6 km en je kunt hem dus lopen in een half uurtje maar wij doen er bijna 2 uur over. Er zijn talloze uitzichtplekken die iets uit de route zijn maar we hebben ze allemaal gehad. De uitzichten zijn prachtig en allemaal weer anders. Diep beneden ons allemaal rotsen van lavagesteente waar hoge golven tegenaan beuken. Hoe gigantisch mooi moet het zijn als de lucht helderblauw is en de zon schijnt.
Wij zijn al dolblij dat het droog is.
De volgende plek waar we naar toe gaan is Big Beach waar ons appartement op uitkijkt. Hier gaan we lunchen en ja, het kan, want het is immers droog. Daarna zitten we een poos op een aangespoelde boomstam vlak aan de oceaan en genieten we van de overslaande golven en het lawaai dat daarmee gepaard gaat. Eigenlijk kunnen we hier uren blijven zitten want elke golf is weer anders maar we gaan verder omdat we nog veel meer moois willen zien.
Via een aantal trappen lopen we (al)weer door een regenwoud met allerlei bijzondere planten en mossen en bomen met de meest rare vormen die getooid zijn met slierten mos. Het pad eindigt nogal abrupt bij een asfaltweg en via die asfaltweg komen we weer bij de auto.
We rijden vervolgens naar Brown’s beach waar we het volgende stuk van de Wild Pacific Rim Trail lopen. We lopen op een slingerend op- en neerpad door een alweer prachtig bos. Er zijn talloze doorkijkjes waardoor je een gigantisch mooi uitzicht hebt op de oceaan. Op kleine strandjes liggen talloze boomstammen die aangespoeld zijn en er volgens mij al jaren liggen. Ze zijn helemaal rond,glad en gebleekt door het oceaanwater. Massa’s aangespoelde wieren en oceaanplanten liggen langs de vloedlijn.
Uiteindelijk komen we bij een platvorm met een bank erop. Het ligt heel hoog en van hieruit hebben we een machtig uitzicht op de rotsen beneden ons waar de ene hoge golf na de ander tegenaan beukt en het oceaanwater metershoog opspat. Wij hoorden gisteren dat de stormen in deze omgeving gigantisch kunnen zijn en dat mensen vanuit de hele wereld hier naar Ucluelet komen om deze stormen te kunnen zien. Een soort stormtoerisme ,zeg maar.
Wij kunnen ons er iets bij voorstellen want hoewel de oceaan een stuk rustiger is dan gisteren, zijn de golven nog steeds heel woest en wild.
Op het bankje voelen wij ons heel klein en nietig bij het zien van dit natuurgeweld.
Nadat we een hele poos hebben genoten op het bankje lopen we dezelfde weg weer terug naar de auto.
We rijden terug naar het appartement en daar genieten we van de lekkerste zalm die we ooit hebben gegeten. Niet bleekroze, zoals de zalm in Nederland, maar rood, sappig en zó heerlijk van smaak. Sockeye zalm dus!!!!
Morgen is het alweer onze laatste dag hier en volgens de weersberichten gaat het dan weer regenen. Wij koesteren deze dag en zien het als een kadootje.
Eindelijk een dag zonder regen!
Morgenvroeg gaan we proberen om beren te spotten. Iemand van Natural Elements, waar we dit appartement van gehuurd hebben, kwam vanmorgen een papier brengen met daarin precies uitgelegd waar we (zwarte) beren kunnen spotten. Compleet met routebeschrijving en de tijden wanneer het eb en vloed is want de meeste beren kun je zien wanneer het eb is.
Bij het papier zat ook nog een vertaling in het Nederlands, gebrekkig weliswaar maar zo aardig bedoeld.
Gelukkig is het van hieruit maar 20 minuten rijden zodat we niet zo heel vroeg op hoeven te staan want eb is het morgenvroeg om 8.58 uur.
We zijn heel benieuwd of we ze zien want dat zou helemaal geweldig zijn.

zondag 26 september 2010

Zaterdag 25 september (Ucluelet)


Wakker worden met én een nep open haard en een giga uitzicht op de Pacific, kan het nog mooier?
We hebben vanmorgen eerst eens lekker uitgeslapen. Daar waren we wel aan toe. Daarna een heerlijk ontbijt aan een enorme eettafel; dat is genieten hoor!
Geen afwas, want er is een vaatwasser, dus na de beker koffie zijn we de auto ingestapt. Helaas komt de regen weer met bakken uit de lucht; sterker nog, het is vandaag niet droog geweest.
We beginnen met een bezoek aan het Wickaninnish Interpretive Center, gelegen vlak aan de kust van de Pacific. Normaal gesproken kun je hier alles te weten komen over de natuur en de culturele erfenis van deze regio.
Helaas zijn ze aan het verbouwen en veranderen en is het een rommeltje omdat alles door elkaar staat en/of hangt. We bekijken wel een film over walvissen maar daarna gaan we snel naar buiten. Ondanks de regen en de wind maken we een wandeling over het strand. We zien hele hoge golven en een strand dat bezaaid is met tientallen bomen en gedeelten van bomen en allerlei soorten zeewier. Het is mistig en de overgang tussen oceaan en lucht is niet te zien maar het is prachtig, al dat natuurgeweld.
Omdat de vloed opkomt, lopen we door het bos terug. Hier moet je n.l. eerst door het bos lopen vóór je op het strand komt.
Met natte jassen en kleren gaan we de auto weer in en rijden verder naar de volgende plek. Omdat het in deze streek zoveel regent (dat merken we elke dag) is hier een soort regenwoud ontstaan. Door dit woud lopen we 2 korte trails. Het is een soort bos met etages. Hele hoge bomen, omgevallen bomen die er al honderden jaren liggen en waar inmiddels weer jonge bomen bovenop groeien. Heel veel varens en planten die van natte voeten houden en overal mossen. Mos op de grond, op de stammen van de bomen, slierten mos die aan de takken hangen , mos op de houten trappen en vlonders .
En overal nattigheid, niet alleen op de grond maar de nattigheid komt ook nog eens uit de lucht vallen. We lopen door het regenwoud en het regent. Maar het is prachtig. Het idee dat deze bomen hier al honderden jaren staan en er hopelijk over honderden jaren nóg staan, is ronduit verbijsterend en maakt diepe indruk op ons. De paadjes, vlonders en trapjes zijn erg glad door de regen en we moeten voorzichtig lopen om niet uit te glijden.
Na deze 2 trailtjes eten we even wat in de auto om daarna door te rijden naar Tofino. Ook daar is het nat en we gaan maar een winkel in om even droog te staan. In Tofino is, behalve de regen, weinig te beleven zodat we teruggaan naar Ucluelet. Daar zoeken we een liquorstore op om onze wijnvoorraad aan te vullen en we vragen daar meteen waar we verse vis kunnen kopen. Een man raadt ons “Fishfull Thinking” aan een klein achteraf zaakje, waar we zelf nooit terecht zouden zijn gekomen. We kiezen er een stuk sockeye zalm uit, volgens de kenners hier de beste zalm die er is.
We vertellen het meisje dat ons de zalm verkoopt , over de Nederlandse haring.
Dat we die rauw eten en je ziet haar griezelen; ze vindt het maar niks. Afijn, wij hebben onze zalm en die gaan we morgen lekker bereiden en opeten.
Nadat we nog wat boodschappen bij de supermarkt hebben gedaan, gaan we terug naar onze wereld van het luxe. Ons appartement waar het droog en warm is. Het regent overigens nog steeds maar daar hebben we nu geen last meer van. Morgen schijnt het weer te regenen maar we wennen er al aan en blijven er zeker niet voor thuis.

zaterdag 25 september 2010

Vrijdag 24 september (Vancouver - Ucluelet)


Vanmorgen ging onze wekker al om half 7. Geen ontbijt, vlug de spullen pakken en de auto in, want we wilden met de ferry mee van half 9.
Toen we wegreden was het nog droog maar we waren goed en wel op weg of het begon weer te regenen. En niet zo’n beetje ook.
Bij de ferry gekomen, moesten we eerst een poos wachten en daarna konden we de boot op rijden. Auto afgesloten en naar het passagiersgedeelte. Daar was het goed toeven; er stonden makkelijke stoelen, je kon er internetten, eten, koffie drinken, geld opnemen en er was zelfs een winkeltje. Dat is nog eens wat anders dan de veerboot in Nederland naar de Waddeneilanden.
We hebben nog even buiten op het dek gestaan maar het regende inmiddels zo hard dat we snel naar binnen zijn gegaan. Door de regen en de mist was er van de omgeving weinig te zien.
Na 1 uur en 40 minuten en een leuk gesprek met een Canadees konden we in Nanaimo op Vancouver Island weer aan land.
Even wat boodschappen gedaan en daarna zijn we doorgereden naar Cathedral Grove in Mc. Millan Park. Hier staan in een bos een aantal cedars van zo’n 800 jaar oud. Gigantische bomen in een soort regenwoud met een begroeiing van mossen en varens. Het mos hangt in slierten aan en in de bomen. De grootste boom in dit bos is 76 meter hoog en 9 meter rondom.
Deze boom was al 300 jaar oud toen Columbus in 1492 Amerika (her)ontdekte.
Heel indrukwekkend en mooi. Erg nat ook want het hoosde nog steeds en overal op het pad stonden diepe plassen. We hebben 2 kleine trailtjes gelopen en zijn toen maar weer snel de droge auto ingevlucht.
De volgende stop was Port Alberni waar we naar het visitorcenter zijn gegaan.
Daar kregen we te horen dat er in Ucluelet, onze eindebestemming, een giga storm aan de gang was en dat het niet zeker was of we er überhaupt konden komen. Ik had al visioenen van slapen in de auto maar we besloten toch maar te proberen of we er konden komen.
We moesten zeker nog 100 km rijden en het ging steeds harder regenen. Zo af en toe zagen we in de verte heuvels/bergen in de mist opdoemen en het zicht werd steeds slechter. Aan de zijdes van de weg zagen we spontane watervallen ontstaan door al het water dat van de rotsen afkwam. Heel apart en bijzonder maar we hadden toch liever gewoon zonneschijn gehad i.p.v. al die regen.
Uiteindelijk kwamen we toch in Ucluelet aan, gelukkig wel. Het regende en stormde behoorlijk maar we waren er! Het vinden van ons appartement ging prima en toen we de deur opendeden, kwamen we in de wereld van het luxe terecht. Een grote hal, een giga hoge woonkamer met houten balken, grote hoge ramen, een bank, nephaard, grote longchair, een enorme hardhouten eettafel met 4 stoelen, een enorm e flatscreen tv met 2 webcams van de haven en de vuurtoren.

De keuken is voorzien van allerlei technische snufjes, een koelvriescombinatie met ijsblokjesmaker, een oven met tig tiptoetsen etc. etc.. Dan hebben we nog een slaapkamer met de afmeting van een balzaal, ook met flatscreen en nephaard.
En 2 badkamers, één met bubbelbad en de ander met een grote inloopdouche. We vielen van de ene verbazing in de ander en we hebben een poos alleen maar staan lachen.
Het mooiste is dat we zowel vanuit de woonkamer als vanuit de slaapkamer uitzicht hebben op de Pacific. Het regent en het stormt nog steeds maar daar hebben we hier weinig last van. De storm giert om het huis maar wij genieten ervan als we, lekker warm op de bank met een glas wijn, de golven op de rotsen zien slaan. We zijn zelfs niet uit eten geweest maar ik heb heerlijk zelf gekookt en met heel veel plezier kan ik je zeggen.
We blijven hier 4 nachten en alhoewel er alleen maar regen wordt voorspeld, zullen we ons hier best vermaken.

vrijdag 24 september 2010

Donderdag 23 september (Wells gray PP - Vancouver)

Vanmorgen was het alweer zwaar bewolkt. We nemen afscheid van het prachtige Wells Gray PP en gaan op weg naar Vancouver.
Het is een lange reis en buiten een paar eet- en plaspauzes zitten we de hele dag in de auto.
Op zich niet erg want tegen de middag begint het te regenen en goed ook.
Maar de omgeving ziet er meteen zo troosteloos uit. Wat hebben we gisteren weer eens geluk gehad met die zonnige dag in Wells Gray.
Als we in de buurt van Vancouver komen, wordt het ineens erg druk op de weg. Er zijn een aantal wegwerkzaamheden waardoor we niet erg op kunnen schieten.
De weg naar ons motel kunnen we gelukkig meteen vinden.
We checken in en installeren ons en daarna gaan we meteen wat eten.
Daarna nog wat boodschappen doen en dan lekker terug naar onze kamer.
Het regent nog steeds erg hard. Hopelijk is het weer morgen wat beter als we de overtocht met de ferry naar Vancouver Island maken.
Geen foto’s gemaakt vandaag en ook dit verslag is maar kort.
Er viel weinig te beleven.

Woensdag 22 september (Wells gray PP)


Toen we vanochtend wakker werden, schrokken we ons rot. Het was zó mistig dat we de overkant van de weide niet konden zien. Eerst maar eens lekker ontbeten en de gebruikelijke kop koffie gedronken. Rugzakken gepakt en wegwezen. Gelukkig klaarde het op; de hemel werd helderblauw en de ZON ging schijnen. Die hebben we lang niet gezien. Het belooft een wondermooie dag te worden om Wells Gray te verkennen.
We stoppen eerst bij Bailey’s Chute, een heftige stroomversnelling van de Clearwater River. Deze stroomversnelling is genoemd naar John Bailey, een ingenieur, die zich bezig hield met het bouwen van bruggen over deze rivier.
Hij verongelukte op deze plek, waarmee weer eens bewezen was hoe gevaarlijk de Clearwater River is.
Helaas waren we net 2 weken te laat om de zalmentrek te zien. Er was zelfs geen verdwaalde zalm meer te bekennen. Jammer maar helaas.
Bailey’s Chute was indrukwekkend, vooral omdat het water zo vreselijk snel stroomde en zo woest was.
Daarna hebben we eindelijk weer een hele mooie trail gelopen. Die voerde ons via een smal pad door een prachtig bos met heel veel planten en mossen.
Vervolgens kwamen we langs Ray’s Farm genoemd naar de enige man die samen met zijn vrouw en 3 kinderen ooit in Wells Gray gewoond heeft.
Hij en zijn vrouw zijn hier ook begraven op de plek die ze zo lief hadden.
Het graf hebben we bezocht.
Het huis en een paar bijgebouwen staan er nog maar er wordt niks aan gedaan en zo langzamerhand krijgt de natuur hier weer de overhand.
We wandelen verder langs Alice Lake, genoemd naar de vrouw van Ray; een prachtig meer omzoomd door naaldbomen die weerspiegelen in het heldere water. Daarna lopen we weer door een dicht bos om uiteindelijk weer op de parkeerplaats uit te komen.
Het is heerlijk om in de zon te lopen bij een lekkere temperatuur en met een wolkenloze hemel. We genieten er erg van, juist omdat we de laatste week niet echt verwend zijn met zonnige dagen.
We lunchen op de picknickplaats en daarna rijden we door naar Clearwater Lake. Daar huren we een kano. We krijgen “les” in het in- en uitstappen, het gebruik van de peddels en hoe we de kano aan land moeten trekken.
Gewapend met zwemvesten, 12 meter touw, een hoosemmertje en 3 peddels (voor het geval we er een kwijtraken) pakken we een kano uit het rek.
Die moeten we eerst in het water zien te krijgen en dat lukt. Ook het instappen gaat wonderwel en al snel kanoën we over het meer. Vanaf het water ziet alles er heel anders uit. Na zo’n anderhalf uur varen, leggen we aan op een verlaten strandje waar we een bekertje yoghurt eten.
Daarna beginnen we aan de terugtocht en dat valt dan toch zwaar tegen.
We hebben ons aardig verkeken op de afstand en zo langzamerhand zijn mijn armen méér dan moe. Het lijkt alsof we niet meer vooruit komen en ik ben dan ook dolblij als we eindelijk in de verte de aanlegsteiger zien.
Het aanleggen gaat prima maar het is, met name voor mij, een hele toer om samen met Jan de kano weer uit het water te trekken en in het rek op te bergen. Ik heb morgen geheid pijn in mijn armen maar ik had deze tocht niet willen missen.
Eigenlijk hebben we Helmckens Falls, de bekendste waterval van het park, nog op ons lijstje staan maar we zijn het zat.
We rijden terug naar de cabin, halen wat extra geld op en gaan lekker uit eten bij Buffalo Mountain Ranch. Daar staat bisonvlees op het menu. Jan bestelt de bisonburger maar ik hou het maar bij een ceasar’s salad. Ik proef wel een stukje van Jan z’n burger en het is lekker.
Dit was onze laatste dag in Wells Gray, alhoewel we hier graag nog een paar dagen waren gebleven. Het is een prachtig park, heel ongerept en rustig. Je komt hier maar heel weinig mensen tegen en je kunt er uitstekend wandelen.
Er loopt één weg door het park die halverwege overgaat van asfalt naar gravel maar die goed te rijden is alhoewel je de vele gaten een beetje moet ontwijken wil je niet door elkaar geschud worden.
Kortom dit is een park waar we graag nog eens terug willen komen en dan wat langer.
Morgen een lange rit naar Vancouver en dan overmorgen de oversteek naar Vancouver Island.

Dinsdag 21 september (Jasper – Wells gray PP)


Ook vanmorgen was het weer bewolkt. Na ons gebruikelijke ontbijt en beker koffie hebben we de auto ingeladen en afscheid genomen van Jasper.
We hebben de Yellowhead Highway gereden, een prachtige weg die dwars door het Mount Robson PP loopt. Het was alleen erg jammer dat we maar zo af en toe een glimp opvingen van de bergen, die bijna helemaal verborgen waren in de wolken en de nevel. Hoe anders zal het zijn als de lucht onbewolkt is en je alle bergen kunt zien. Maar ja, het is niet anders en er valt gelukkig nog genoeg te genieten.
Na verloop van tijd verdwijnen de hoge bergen helemaal, tenminste dat denken we. We rijden door dicht bebost gebied en ook hier zien we heel veel bruine, dode coniferen. Dat is ons al eerder opgevallen en het komt doordat er bepaalde insecten inzitten die de bomen doodmaken. Doordat het zo droog is geweest, hebben deze insecten zich heel sterk kunnen voortplanten met als gevolg dat hele stukken bos besmet zijn en er heel veel coniferen dood zijn.
Daarom wordt er aan de grens heel streng gecontroleerd op het meenemen van haardhout. Hierin kunnen deze insecten ook zitten en daarom is het streng verboden om haardhout mee over de grens te nemen.
Langzamerhand worden de bergen heuvels; zo af en toe zien we zelfs een stuk groen weiland. Het wordt allemaal wat lieflijker.
Heel af en toe zien we een heel klein stukje blauwe lucht maar dat wordt dan weer afgewisseld door donkere wolken waaruit verschillende regenbuitjes vallen.
Als we ten slotte in Clearwater zijn, gaan we eerst naar het visitorcenter van Wells Gray. We hebben op internet weinig informatie kunnen vinden over het park maar bij het visitorcenter krijgen we prima info over de hoogtepunten en de mooiste trails in het park.
De eerste waterval die we tegenkomen is Spahats Falls; een waterval die diep uit de rotsen komt. Heel apart!
Onze overnachtingsplek is de volgende stop maar helaas het kantoor gaat pas om 4 uur open en alles zit nog op slot. Dit hebben we nog niet eerder meegemaakt. Meestal is het geen probleem om wat eerder in te checken maar hier dus wel.
Dus rijden we via een smalle, bochtige weg vol gaten naar Green Mountain Tower een toren van waaruit je een mooi overzicht hebt over het park. D.m.v. info borden kunnen we het één en ander herkennen.
Daarna gaan we door naar Dawson Falls. We zetten de auto op de parkeerplaats en we wandelen naar de waterval. We zien in de verte een kleine waterval en een foeilelijke brug en denken bij onszelf :”is dit alles?”
Het pad loopt verder en dan komen we bij de breedste waterval die we tot nu toe gezien hebben. We zijn sprakeloos. Dit is echt geweldig mooi. De waterval ligt op hetzelfde nivo als waar wij lopen en we kunnen er vlak bij komen, weliswaar achter een hek maar toch.
Hier kun je pas goed zien hoe snel het water stroomt en met welk geweld het naar beneden raast.
Al dat geweld veroorzaakt een heleboel nevel boven het water. Diep onder de indruk blijven we een poos staan kijken en dan lopen we terug naar de auto.
De volgende waterval, de Helmckens Falls,laten we zitten. Die doen we morgen wel. We rijden terug naar Wells Gray Guest Ranch waar het kantoor inmiddels open is. De cabin valt ons eerlijk gezegd wat tegen, maar we zijn dan ook verwend de laatste dagen. Deze cabin is niet zo groot en heeft geen nep open haard en luie stoelen. De keukeninventaris is minimaal en behoorlijk aftands. Het uitzicht is wel heel erg mooi. We hebben een gedeelde veranda en we kijken uit op een weide vol met paarden en het landschap erachter.
Morgen belooft het mooi weer te worden en dan gaan we het park verder bekijken.

dinsdag 21 september 2010

Maandag 20 september (Jasper)


Toen we vanmorgen naar buiten keken, lag er géén sneeuw maar het was erg bewolkt en het was koud. Na ons gebruikelijke ontbijt en beker koffie gingen we op weg naar Mount Edith Cavell. We wilden daar de Glacier Loop doen.
De weg er naar toe mag je alleen rijden met een auto van niet meer dan 7 meter lang omdat de weg nogal smal is en behoorlijk steil naar boven gaat.
Het begin ging prima. Een mooie weg met aan weerszijden dichte naaldbossen. Toen we wat hoger kwamen, zagen we zo’n 5 tot 10 cm sneeuw liggen op de takken van de bomen. We kwamen in een winterwonderland terecht. Fantastisch om te zien. En alsof het niet genoeg was, begon het nu ook te sneeuwen. Hoe hoger we kwamen, hoe harder het ging sneeuwen. Op een gegeven moment zagen we de weg niet meer want er wordt hier natuurlijk niet gestrooid. De vlokken werden steeds groter en al snel besloten we om maar om te keren. De Glacier Loop was toch niet meer te lopen en mooie uitzichten konden we ook wel vergeten. Bovendien wisten we niet wat het weer verder zou gaan doen en je moet het noodlot niet tarten.
Dus rechtsomkeert gemaakt en weer terug gereden naar beneden. Wat nu?
We namen de beslissing om een stukje de Icefield Parkway op te rijden en de trail te lopen die we eergisteren hadden laten schieten, de Valley of the 5 Lakes. Hier lag nauwelijks sneeuw en van de kou hadden we weinig last. Daarop kun je je kleden. De trail was prachtig. Weliswaar behoorlijk bergje op en af maar daar zijn we inmiddels aan gewend. Zoals de naam al zegt, voert de trail langs 5 kleine meertjes, heel mooi verstopt tussen de bossen.
Bij het 2e meertje hebben we gelunched, zittend op een boomstam aan de rand van het meertje dat een mooie blauwgroene kleur had.
Ook hier begon het te sneeuwen, eerst kleine vlokken en daarna steeds grotere . Een echte sneeuwbui die de hele verdere trail voortduurde.
Heel mooi om in te lopen en een echte verrassing want dit hadden we echt niet verwacht . met onze jassen en rugzakken vol met sneeuw kwamen we terug bij de auto. Jassen uit en op de achterbank en de verwarming lekker hoog want we waren inmiddels behoorlijk koud.
Toen we weer in Jasper kwamen, lag daar helemaal geen sneeuw. Heel apart alsof we het allemaal gedroomd hadden. Gelukkig hebben we foto’s gemaakt zodat we zeker weten dat het geen droom was.
In Jasper hebben we wat rondgelopen, postzegels gekocht en wijn.
Daarna zijn we teruggereden naar de cabin waar we de nep open haard even lekker hoog hebben gezet om warm te worden.
Nog even gauw een wasje gedraaid en alvast wat spullen ingepakt.
Morgen gaan we weg uit Jasper. We hebben het hier prima naar onze zin gehad maar doordat het zo bewolkt was, hebben we weinig bergen gezien. Die zaten allemaal verstopt achter de wolken helaas.
De cabin die we hadden was méér dan prima.
Er kwam zelfs elke avond iemand langs om te vragen of alles in orde was en of ze nog wat voor ons konden doen. Heel handig want dan kun je eventueel nog schone handdoeken vragen of extra zeep of zo.
Morgen gaan we weer 250 km rijden naar Wells Grey. Een park dat nog vrij onbekend is en erg ruig schijnt te zijn. Hier blijven we 2 nachten.

maandag 20 september 2010

Zondag 19 september (Jasper)


Wat hebben we gisteren geluk gehad met het weer! Vandaag is het mistig, het regent en de lucht zit helemaal dicht. Na een heerlijk ontbijt in een warme cabin en een kop koffie gaan we toch maar op pad. Op weg naar Maligne Lake. Dit meer ligt zo’n 50 km van Jasper. Het is 22 km lang en 1 km breed met een gemiddelde diepte van 96 m. Het is daarmee het grootste meer van de Rocky Mountains.
Als we Jasper uitrijden, staan er een heleboel auto’s langs de kant van de weg. Dat is altijd een teken dat er wat bijzonders te zien is. En ja hoor, in een weide vlak langs de weg staat een kudde elks. Een zeer imposant mannetje met vele vrouwtjes en jonge dieren. Heel bijzonder om te zien. Ze lopen rustig te grazen en trekken zich niks aan van alle auto’s. We blijven een poosje staan kijken en rijden dan verder. Nog geen km verder komen we weer 2 elks tegen. Dit zijn 2 mannetjes die heel dichtbij komen en dan de weg oversteken. Jan wil dat ik in de auto stap en hij heeft gelijk want 2 mannetjes bij elkaar kunnen gevaarlijk zijn.
We rijden weer verder op een mooie brede weg met links en rechts dichte naaldbossen waar loofbomen en struiken in herfstkleuren tussen staan. Het gaat steeds harder regenen en de regen gaat over in natte sneeuw. Ik ben blij dat we droog in de auto zitten. Als we eindelijk bij Maligne Lake aankomen ligt het meer er triestig bij. Op de kaarten zie je een diepblauw meer, omzoomd door bergen maar wij zien een donker meer en de bergen moeten we erbij denken want ze zijn niet te zien. We besluiten, ondanks de regen en natte sneeuw toch maar een trail te lopen. De Mary Schäffer Trail, genoemd naar de ontdekster van dit meer. In 1875 waren blanke pioniers de eersten die het meer ontdekten maar ze besteedden er geen aandacht aan. Pas in 1908 herontdekte de schrijfster en fotografe Mary Schäffer het bergmeer opnieuw en door haar foto’s kreeg het meer zijn bekendheid.
De trail die we lopen, is dus naar haar vernoemd. De wandeling voert een stuk langs de rand van het meer en voert daarna door een vochtig bos met veel varens en bijzondere mossoorten. Het is echter één grote modderpartij en we moeten oppassen dat we niet uitglijden. Aan het eind van de trail begint het weer te sneeuwen en we zijn blij als we over zijn.
Gelukkig kunnen we binnen lunchen en weer warm worden want we hebben het koud en zijn nat.
Na de lunch rijden we terug richting Jasper en stoppen we bij Maligne Canyon, die in de loop van 11.000 jaar tot 55 m diepte in de kalkstenen rotsen is uitgeslepen door de Maligne River.
Het bestaat uit verschillende watervallen van klein naar heel groot. Bij de grootste wordt het water door een hele nauwe doorgang geperst en stort het zich met een donderend geraas naar beneden. Via een korte trail van zo’n 20 minuten kun je alle watervallen bewonderen. In eerste instantie hadden we hier een wat langere trail willen lopen maar doordat er nog steeds natte sneeuw valt, laten we de langere trail maar zitten.
We rijden terug naar Jasper en gaan nog even bij het visitorcenter langs. Morgen willen we naar Mount Edith Cavell een berg waar je een fantastisch uitzicht schijnt te hebben op de Angel gletsjer. We vragen wat info over de trail en het weer. De parkrancher raadt ons aan om voorzichtig te rijden, want er kon wel eens een boel sneeuw liggen. Ook voor morgen wordt er sneeuw voorspeld, zo’n 5 tot 10 cm. Nu is dat maar een voorspelling en we hopen dat die niet uitkomt, maar je weet het maar nooit.
Buiten gekomen valt er nog steeds natte sneeuw en we besluiten om terug te gaan naar de cabin met z’n lekkere haardvuur en warmte. We relaxen wat en koken zelf macaroni zodat we er niet meer uithoeven. Binnen is het vandaag stukken beter dan buiten.

zondag 19 september 2010

Zaterdag 18 september (Field - Jasper)


Toen we vanmorgen wakker werden, scheen de zon en was de lucht helemaal blauw. Het belooft dus een mooie dag te worden; perfect voor de Icefield Parkway die we vandaag helemaal volgen tot Jasper. We gaan eerst lekker ontbijten , daarna pakken we de koffers en drinken we nog een kop koffie.
We nemen afscheid van Susan, onze gastvrouw, en gaan op weg. Eerst moeten we de ramen van de auto laten ontdooien want het heeft behoorlijk gevroren. We zijn nauwelijks het dorp uit of de lucht trekt helemaal dicht. Het is werkelijk niet te geloven. We zien de bergen niet en het lijkt alsof we in een glooiend heuvellandschap rijden i.p.v. midden in de Rocky Mountains.
Het is dat we weten wat er achter de bewolking zit want anders zouden we het een saaie weg vinden.
Tot onze grote vreugde breekt de bewolking en zien we de Icefield Parkway weer in zijn volle glorie. Hoge bergen met sneeuw, strakblauwe lucht; het is als een mooie natuurfilm waar geen eind aan komt.
We stoppen bij Peyto Lake waar we gisteren voorbij zijn gereden omdat het zo bewolkt was. Nu laat het meer zijn prachtige kleur zien en daar genieten we even van. We lunchen vlak voor het Icefield center op een grote picknickplaats, waar we al snel gezelschap krijgen van een aantal japanners die allemaal hetzelfde plastic tasje met de lunch erin hebben. Vast en zeker hotelgasten.
Onze volgende stop is bij Sunwapta Falls, een prachtige waterval. Het water stort zich hier met veel geraas naar beneden. We lopen een klein eindje om de waterval van beide kanten te bekijken. Daarna rijden we weer verder en zien de ene fantastische berg na de ander. Het is overweldigend en onze ogen schieten van links naar rechts om toch maar niks te missen. De Icefield Parkway is met recht de mooiste weg die we ooit gereden hebben.
De volgende waterval dient zich aan: Athabasca Falls, nog mooier en groter dan Sunwapta. Deze waterval kun je via een korte trail aan alle kanten bekijken. Uiteindelijk ,na alle geraas, gaat de waterval over in een intens blauwgroene Athabasca River. Dan is het in een keer rustig.
We naderen het eind van de Icefield Parkway. De bedoeling was om nog een trail te gaan lopen maar het is al bij vieren en ons kijkglas zit helemaal vol. Vlak voor we Jasper inrijden, zien we een parkrancher die een hert doodschiet. Het hert ligt in de berm en we kunnen alleen maar gissen wat er is gebeurd.
We rijden direct door naar Patricia Lake waar we 3 nachten in een cabin verblijven. De cabin is prima. Weer een nep open haard, 2 luie stoelen, een keuken en een aparte slaapkamer en badkamer. Vanuit het raam hebben we uitzicht op het meer. Het meer is prachtig en kijkt uit op een aantal besneeuwde bergtoppen.
We pakken de spullen uit en rijden daarna naar Jasper waar we boodschappen doen (onze voorraad moet nodig aangevuld worden) en gaan eten bij Earl’s. Het smaakt heerlijk!
We kopen nog een fles wijn (in Canada verkopen ze dat in aparte winkels, dus niet in de supermarkt) en rijden snel terug naar onze cabin. We zetten de open haard wat hoger en drinken koffie met apple pie. Morgen gaan we rustig opstarten en eerst uitgebreid ontbijten met bolletjes en een gekookt eitje.
Het plan voor morgen is om naar Maligne Lake en Maligne Canyon te rijden en daar een paar trails te lopen. Hopelijk is het morgen droog.
Vandaag hebben we heel veel geluk gehad met het weer: veel zon en een lekkere temperatuur. Morgen weer?????????????????

zaterdag 18 september 2010

Vrijdag 17 september (Field)


Als we wakker worden, zien we dat het droog is buiten. We ontbijten, pakken de rugzakken in en gaan op weg. Vandaag gaan we het eerste gedeelte van de Icefield Parkway rijden en bekijken. Deze weg die leidt van Lake Louise naar Jasper is 230 km lang en staat bekend als een van de mooiste, zo niet de mooiste weg ter wereld. Het schijnt een aaneenschakeling te zijn van hoogtepunten. Wij besluiten om eerst door te rijden naar het Icefield Center en op de weg terug op bepaalde punten te stoppen. Als we beginnen te rijden, is het behoorlijk bewolkt. We zien kleine stukken van bergen en we kunnen alleen maar raden wat voor moois er allemaal achter de wolken verscholen ligt. We rijden langs een aantal meren en uiteindelijk na 127 km komen we bij het Icefield Center. We lunchen buiten en dan geschiedt eindelijk het wonder. De zon breekt door en we zien het gigantische gletsjerveld; het Columbia Icefield. Gigantisch groot en schitterend nu het door de zon verlicht wordt.
Na de lunch bekijken we eerst de tentoonstelling die ons alles vertelt over het ontstaan van het Columbia Icefield. Interessant maar dan wil ik naar buiten.
We gaan met de auto naar een parkeerplaats die dichterbij de gletsjer ligt en van daaruit leidt een korte trail naar de rand van de gletsjer. Het is een indrukwekkend gezicht want je kunt goed de spleten en richels in de gletsjer zien. Het is een enorm ijsveld en toch heeft de gletsjer zich vanaf 1849 zo’n 1,5 km teruggetrokken. Waarschijnlijk heeft de opwarming van de aarde hier mee te maken maar het fijne ervan is nog niet bekend.
De rotsen aan de kant van het trailpad laten heel goed de sporen zien die de gletsjer heeft achtergelaten. Er zitten allemaal krassen in.
We blijven een poosje staan kijken en gaan daarna de auto weer opzoeken. Vanaf het Icefield Center rijden we weer in de richting van waaruit we gekomen zijn. Het is nu een totaal ander gezicht dan vanmorgen. Eindelijk zien we de omgeving in al zijn schoonheid. Gigantische bergen overal om ons heen; de toppen bedekt met een dikke laag sneeuw en ook op de meeste hellingen ligt sneeuw. De ene berg is nog mooier en hoger dan de andere. En het gaat maar door; we komen ogen te kort om al dit moois goed te zien.
We stoppen bij de Sunwapta Pass en zien diep beneden ons de weg kronkelen. En verder gaat het weer. Aan de kant van de weg laten de struiken hun herfstkleuren zien en maken de plaatjes nog mooier.
Onze volgende stop is bij Mistaya Canyon. Hier voert een korte trail naar een brug over de Canyon. De Bow River heeft hier een hele diepe en kronkelige canyon uitgesleten. Zo diep dat je vanaf de brug héél goed moet kijken om ver beneden je, het water te kunnen zien. We lopen een klein stukje langs de stroomversnellingen van de rivier en gaan een poosje op de rotsen zitten om wat te eten. Je kunt hier heel dicht bij de rivier komen en ik moet even het water voelen. Het is inderdaad ijs en ijskoud. We genieten een tijdje van het geluid van de snelstromende rivier en van de omgeving. Daarna lopen we weer terug naar de auto. Het begint bewolkter te worden en ons kijkglas zit aardig vol. We hebben al zoveel moois gezien; er kan weinig meer bij.
We besluiten om Bow Lake en Hector Lake te laten zitten en naar Field terug te rijden. Als we in Field aankomen, zien we voor het eerst in 4 dagen hoe mooi het ligt. Het is echt helemaal omgeven door hoge bergen en we kunnen ze voor het eerst allemaal zien.
In de plaatselijke winkel willen we yoghurt en sla kopen maar dat hebben ze dus niet. Uiteindelijk kopen we 2 pakken met noodles die je 3 minuten moet weken in kokend water. Het is niet veel maar we doen het er maar mee. We hebben geen zin om uit eten te gaan en bovendien heb je in Field maar één plek waar je kunt eten. Dat hebben we de eerste dag gedaan. Het was erg lekker maar $60 voor 2 hoofdgerechten en een glas bier sloeg toch een aardig gat in onze financiën.
Vandaag was een kadootje omdat we eindelijk de zon weer zagen. We hebben eindelijk gezien hoe mooi Field is en hoe gigantisch indrukwekkend de Icefield Parkway is. Morgen vertrekken we uit Field en gaan we naar Jasper NP. Ook dan gaan we weer via de Icefield Parkway en dan gaan we het gedeelte vanaf het Icefield Center naar Jasper bekijken. Het belooft morgen nog een aardig zonnige dag te worden. We gaan er optimaal van genieten want de vooruitzichten qua weer zijn niet best voor de komende dagen.

vrijdag 17 september 2010

Donderdag 16 september (Field)


Toen we vanmorgen wakker werden en naar buiten keken, waren we niet blij. De lucht zat pot en potdicht en het regende hard. We hebben rustig ontbeten en koffie gedronken in het appartement. Geen reden om ons te haasten! Om 10 uur zijn we weggereden naar Morraine Lake. Toen we daar aankwamen, regende het gelukkig niet zo hard zodat we een klein wandelingetje langs het meer konden maken zonder dat we al te nat werden. Zelfs met bewolking en nattigheid is het meer prachtig. Rondom overal bergen en een mooi zicht op de gletsjer. Het was er niet al te druk en we hebben genoten.
Daarna zijn we doorgereden naar Lake Louise. Wat een drukte daar zeg, niet te geloven. De parkeerplaatsen waren bijna vol maar er was voor ons gelukkig nog een plekje. Ook hier regende het zodat we onze plannen moesten aanpassen. De trail naar Lake Agnes hebben we niet gelopen. De lucht zat echt helemaal dicht en van de bergen was niet veel te zien. Van mooie uitzichten was geen sprake dus het had weinig zin om de trail te gaan lopen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik Morraine Lake veel mooier vindt dan Lake Louise. Het ziet er veel natuurlijker uit en er is niet zoveel poespas omheen. We hebben op een bank aan het meer gelunched want op dat moment regende het niet zo hard. Daarna hebben we het Chateau Lake Louise bekeken. Binnen was het droog vandaar. Wat een wanstaltig gebouw zeg! We hebben gelezen dat ze 1100 gasten kunnen herbergen. In de lounge zat een harpiste te spelen terwijl er obers af en aan liepen. Er waren ook een aantal winkeltjes waar we hebben gekeken. Het leukste vond ik nog de kleding van het personeel. De mannen liepen in kniebroeken met speciale sokken en schoenen en ze hadden een soort Tiroler hoedje op. Het leek wel of we in Oostenrijk waren. Toen we weer een beetje opgewarmd waren, zijn we maar snel naar de auto gegaan. Tja en wat nu te doen? We besloten om de Bow Valley Parkway te gaan rijden. Een hele mooie weg die naar Banff leidt. Eigenlijk hadden we Banff helemaal niet willen bezoeken, te toeristisch maar je moet toch wat als het regent. De Bow Valley Parkway staat bekend als de weg waar veel wild te zien is maar ook de dieren vonden het weer te slecht want we zagen geen wild. Onderweg begon het steeds harder te regenen en we waren blij dat we droog in de auto zaten.
Banff was, zoals we verwacht hadden, hartstikke toeristisch. De ene na de andere souvenirwinkel met allerlei prullaria. We liepen van afdak naar afdak want het bleef maar hard regenen. Uiteindelijk hebben we in een soort winkelcentrum maar wat gegeten. Hadden we dat ook weer gehad.
Daarna maar weer naar de auto want we hadden het eigenlijk wel gehad. Op de terugweg naar Field, ook weer via de Bow Valley Parkway zagen we zowaar 4 herten. Hadden we toch nog wat gezien onderweg. Wat wel heel mooi was waren de herfstkleuren van de struiken. Geel, rood en groenbruin.
Alsof het nog niet genoeg was, kregen we ook nog een hoeveelheid natte sneeuw onderweg.
We waren dus blij dat we weer in ons appartement waren. De kachel lekker aan en heerlijk op de bank met een kop koffie en een appelflap. We zijn maar wat blij met dit appartement. Het is hartstikke ruim
En het is erg gezellig ingericht. Ik moet er niet aan denken om met dit weer in een motelkamer te zitten waar je op elkaars lip zit. Morgen willen we het eerste gedeelte van de Icefield Parkway gaan bekijken. Hopelijk is het weer dan wat beter maar de vooruitzichten zijn niet al te best.

donderdag 16 september 2010

Woensdag 15 september (Field)


Heerlijk geslapen in een heerlijk bed. Dit appartement is echt een lot uit de loterij. Vandaag weer eens een homemade ontbijt met yoghurt, cereals en bolletjes. Na een bak koffie en een babbel met de eigenaar Rejean, zijn we naar het visitorcenter gegaan dat toevallig hier in Field zit. We hebben uitgelegd wat we de volgende dagen willen gaan doen en we kregen een boel informatie, trailkaarten en folders. Daarna met de auto naar Natural Bridge, een natuurlijke brug, uitgesleten door het stromende water. Wat het meest opvalt is dat bijna alle riviertjes en waterstroompjes een troebele, lichtblauwe kleur hebben. Heel bijzonder. Dit komt doordat de stroompjes gevoed worden door gletsjerwater. Dit gletsjerwater bevat bepaalde deeltjes die het water zijn specifieke kleur geeft. Het heeft een beetje weg van het chloorwater in een zwembad met blauwe wanden, maar dan troebel.
Ook bij Natural Bridge heeft het water deze bijzondere kleur. Er zijn allerlei stroomversnellingen en je kunt de verschillende lagen van het gesteente heel goed zien. Als we een poos genoten hebben van alles wat hier te zien is, rijden we verder naar Emerald Lake (het meer van smaragd). Het is de juiste naam voor dit meer want de kleur van het water is smaragd. Heel apart en ontzettend mooi. Het is heel rustig aan het meer en wij besluiten de trail rondom het meer te lopen. Het eerste gedeelte van de trail, het gedeelte dat doorgaans zon krijgt, heeft een hele andere begroeiing dan de kant die alleen maar schaduw krijgt door de omringende bergen. Halverwege de trail begint het te regenen. We lopen net in het schaduwgedeelte van de trail dat van zichzelf al heel vochtig is. Door de regen wordt de grond nog natter. Om natte voeten te voorkomen, liggen er planken maar die zijn door de regen spekglad. Het is echt uitkijken geblazen. We lunchen op een bankje met uitzicht op het meer en we genieten , behalve van de trailrepen, broodjes en verse aardbeien, ook van het mooie uitzicht. Ondanks de regen blijft het meer zijn smaragden kleur behouden. Als we terug zijn bij het beginpunt, is het gestopt met regenen. Daarom besluiten we de trail naar Hamilton Falls ook nog te lopen. Nou, dat hebben we geweten. De trail staat beschreven als gemakkelijk maar het blijkt wéér eens dat ze in Canada een andere opvatting hebben van gemakkelijk dan wij. De trail gaat weer eens behoorlijk omhoog en overal op het smalle paadje liggen stukken rots en boomwortels. Als we eindelijk bij de waterval zijn, is het een desillusie. In eerste instantie zien we helemaal geen waterval. Al klimmend en klauterend over stenen, omgevallen bomen en door het water komen we uiteindelijk aan de andere kant. Dan blijkt het een soort kunstmatige watervalletje te zijn dat over een betonnen rand stroomt. Een desillusie zeker gezien de moeite die het ons heeft gekost om er te komen. We gaan maar snel terug naar de auto en rijden verder naar de volgende waterval, de Takakkaw Falls (betekent in indianentaal “verbazingwekkend”). Het begin van de weg er naar toe is erg bochtig en smal maar al gauw wordt de weg gelukkig breder. De waterval is inderdaad verbazingwekkend. Hij stort zich vanaf een hoogte van 384 meter naar beneden en wordt gevoed door water van de gletsjer.
In de zomer, als het water van de gletsjer smelt, is hij heel breed, terwijl er in de winter alleen maar een bevroren , ijzig sliertje te zien is. Dit omdat de gletsjer dan uiteraard bevroren is. De Takakkaw Falls is de 2 na grootste waterval van Canada. Als we een poosje hebben staan kijken, trekt de lucht helemaal dicht. De bergen zijn nauwelijks nog te zien en het begint weer te regenen. We gaan terug naar de auto en besluiten terug te gaan naar ons guesthouse. Daar doen we lekker de verwarming aan en ploffen we op de bank. Als ik dit weblog typ, regent het nog steeds. Hopelijk is het morgen beter weer maar we vrezen het ergste. Voor morgen wordt er nog meer regen voorspeld. Volgens de mensen hier in Field is het te koud voor de tijd van het jaar en hebben ze dit in jaren niet meegemaakt. Misschien moeten we onze plannen voor morgen aanpassen want we willen naar Lake Louise en Moraine Lake om daar te wandelen. Een buitje vinden we niet erg maar als het de hele dag gaat regenen, is het niet echt aantrekkelijk om een trail te lopen. Wat we dan gaan doen is nog niet duidelijk. We zullen maar even afwachten.

woensdag 15 september 2010

Dinsdag 14 september (Waterton NP - Field)


We zijn vanmorgen al om half 8 opgestaan want we hebben een lange reisdag voor de boeg; de langste van deze vakantie nl. 550 km. En wat denk je? Het regent en alles is grijs en grauw. Om 8 uur zaten we aan het ontbijt dat vandaag uit het volgende bestond: een heerlijke omelet met champignons, tomaten en kruiden, gebakken blokjes aardappel met veel, heel veel knoflook (niks voor mij maar Jan vond ze heerlijk) een stuk zelfgebakken koek met rozijnen en granen, een bakje fruit met bananen, frambozen en meloen, thee en jus d’orange. Voortreffelijk dus!
We hebben nog een poos met Kevin gepraat o.a over welke route we het best kunnen gaan rijden en daarna hebben we afscheid genomen. Na een kop koffie zijn we op weg gegaan. Het eerste half uur zien we bijna niets van de omgeving zó mistig is het maar na verloop van tijd klaart het op en zien we zo af en toe zelfs de zon. Langzamerhand verdwijnen de weide –en landbouwgronden en maken ze plaats voor glooiende heuvels die vervolgens weer overgaan in bossen. M.n. de gemengde bossen zijn prachtig om te zien omdat de bladeren beginnen te kleuren in geel, oranje en rood. Dit gecombineerd met de groene naaldbomen, vormt schitterende plaatjes. Volgens mij is dit een voorproefje van de beroemde Indian Summer (herfst) en het is inderdaad schitterend.
We lunchen vandaag aan de rand van een meer, gelukkig gewoon in de open lucht, iets wat we vanmorgen niet voor mogelijk hadden gehouden.
Daarna rijden we weer verder en zo langzamerhand worden de heuvels hoger en het landschap bergachtiger. Zo af en toe zien we al sneeuw op de toppen liggen. Op aanraden van Kevin, nemen we een andere weg dan we oorspronkelijk gepland hebben. Deze weg (93), van Radium Hot Springs tot vlak bij Banff (voor de kenners) voert ons door Kootenay NP. En inderdaad, het is een prachtige, brede weg met bergen, riviertjes en bossen. De bergen worden steeds hoger, kaler en ruiger. We stoppen even bij een rustplek en daar raken we in gesprek met een ouder echtpaar uit Montana. We staan dik een half uur te kletsen vóór we weer verder rijden. Het plan om een omweg te maken naar Banff kunnen we wel vergeten maar echt erg is dat niet. We hebben gehoord dat Banff nogal toeristisch is en dat ligt ons niet zo.
Na zo’n 7 uur rijden en de nodige vertragingen wegens wegwerkzaamheden, komen we eindelijk aan in Field. Hier blijven we 4 nachten in een zgn. guesthouse. We hebben een eigen ingang en het appartement is meer dan geweldig. Een ruime woonkamer met bank, luie stoel, eettafel met 2 stoelen, open nephaard en een keukentje. Een aparte slaapkamer met dekbed en een aparte badkamer. Ruimte volop en gezellig ingericht. Tot onze grote verrassing is er internet zodat we eindelijk weer eens onze verslagen kunnen plaatsen op het weblog. Morgen gaan we Yoho NP , waar Field midden in ligt, verkennen.

Maandag 13 september (Waterton NP)


Vandaag hoefde Jan geen ontbijt te maken want we zitten in een Bed and Breakfast . We kregen een echt Canadees ontbijt bestaand uit pancakes met verse frambozen en maple leaf syrup, sausages, thee, jus d’orange en verschillende soorten meloen. Een heerlijk ontbijt! We hebben een poos gepraat met Kevin, de eigenaar, over van alles en nog wat; heel gezellig. Hij vertelde meteen even wat voor weer het zou zijn vandaag; bewolkt, mistig met kans op regen. Geen reden voor ons om in de cabin te blijven. We gaan toch maar terug naar Waterton NP en van Kevin hebben we een aantal mogelijkheden gekregen voor een mooie trail. Als we richting Waterton rijden, is het zó mistig dat we de bergen om ons heen niet meer kunnen zien.
Dat belooft wat voor vandaag! Bij de ingang van het park is de mist gedeeltelijk opgetrokken. We rijden de Akamina Parkway, die eindigt bij Cameron Lake. Daar zetten we de auto op de parkeerplaats en beginnen we met onze trail. Op aanraden van Kevin doen we de trail naar Summit Lake; volgens hem een hele mooie trail die geleidelijk omhoog gaat. We zijn er inmiddels achter dat wanneer ze hier zeggen dat het een gemiddelde trail is qua moeilijkheidsgraad, het in onze ogen aardig pittig is. Dat blijkt ook nu weer. De trail gaat steeds maar omhoog via een smal paadje vol stukken rots. Deze trail hadden we 2 weken geleden absoluut niet gelopen maar inmiddels zijn we aardig getraind dus het gaat ons goed af. De trail is geweldig mooi. We lopen door het bos met heel veel planten en omgevallen bomen en we hebben een schitterend uitzicht op Lake Cameron onder ons en de bergen om ons heen. Op de bergen zien we gedeeltes met sneeuw en flarden mist. De lucht verandert heel snel; wolken, mist en zon wisselen elkaar af.
Uiteindelijk komen we bij Summit Lake, een klein bergmeer met kristalhelder water, omzoomd door naaldbomen. Het is er zó mooi en rustig. Hier lunchen we op een paar stenen aan de rand van het meer, helemaal alleen. Het is nu al zo prachtig, laat staan als de zon schijnt maar wij zijn allang blij dat het niet regent. We lopen dezelfde weg terug maar het gaat nu een stuk sneller omdat we eigenlijk alleen maar naar beneden gaan. Nu realiseren we ons pas dat het op de heenweg behoorlijk steil was want we dalen snel. Als we ten slotte weer bij Cameron Lake zijn, het eindpunt van de trail, zijn we heel trots op onszelf. Dit hebben we toch maar weer mooi gedaan. We eten en drinken nog even wat en daarna zoeken we de auto weer op. Via dezelfde Akamina Parkway rijden we weer terug. We besluiten nog even bij het beroemde Prince of Wales Hotel te gaan kijken, het vlaggenschip van Waterton NP. Het is een immens hotel met een hele mooie lounge, waar lekkere zachte banken staan. Het plafond is heel erg hoog en er lopen houten galerijen langs. Indrukwekkend. Het mooiste vind ik dat de mannelijke bediening kilts draagt.
We vergapen ons een poosje aan de grandeur en aan 2 vrouwen die aan een tafeltje van een high tea genieten. Vóór we het hotel binnen zijn gegaan zagen we nog 2 herten die rustig aan het grazen waren en zich door niemand lieten storen.
Nadat we nog wat foto’s hebben gemaakt, verlaten we Waterton NP en rijden we terug naar Pincher Creek. Hier doen we uitgebreid boodschappen, want morgen rijden we naar Field in Yoho NP waar geen supermarkt is. We eten eenvoudig in de cabin; aardappelsalade en verse sla.
Ik moet trouwens mijn mening over Waterton herzien. Zo gauw je weg bent uit de drukte , is het een prachtig park met een schitterende natuur maar je moet de trails gaan lopen, wil je dit echt ervaren.
We hebben vandaag heel erg veel geluk gehad met het weer want vanavond regent het hier. Morgen wordt een reisdag. We moeten 550 km rijden vóór we in Field zijn, maar daar blijven we dan ook 4 nachten.

Zondag 12 september (East Glacier Village – Waterton NP)


Het ontbijt was vandaag wat aan de magere kant. We gaan vandaag naar Canada dus we wilden zoveel mogelijk spullen opmaken omdat je bepaalde dingen zoals fruit, niet mee over de grens mag nemen. De koffie hebben we op de porch (veranda) van de cabin gedronken. Daarna hebben we eerst getankt en zijn we op weg gegaan naar Canada. De zon scheen maar het waaide nog steeds behoorlijk. Bij de grens gekomen moesten we uiteraard onze paspoorten laten zien en kregen we de geijkte vragen zoals: wat komen jullie hier doen, hoe lang blijf je, waar ga je naar toe? Ook vroegen ze of we pakjes van iemand bij ons hadden, wapens of haardhout. Toen we overal nee op antwoorden, was het gauw gepiept en konden we Canada inrijden. Hier zijn mijlen weer gewoon kilometers en ook hanteren ze hier gewoon het metrieke stelsel. Is weer even wennen!
Al snel reden we Waterton NP binnen. Hier moesten we een Canadese Parkpas aanschaffen en konden we de Amerikaanse Parkpas opbergen, ook al zitten Glacier NP (Amerikaans) en Waterton (Canadees) aan elkaar vast. We reden naar Waterton Village, gelegen aan het Waterton Lake, maar dat viel ons vies tegen. Het is een echt toeristenplaatsje met heel veel souvenirwinkeltjes, hotels en een hoog kakgehalte. We hebben snel wat voor de lunch gekocht en daarna was het motto: wegwezen.
Met de auto hebben we de Red Rock Parkway gereden en langs deze weg hebben we een plekje gezocht om te lunchen,bij een creek. Na de lunch hebben we een korte trail gelopen naar de Blakiston Falls. Via een stuk lopen door het bos, kwamen we bij verschillende trappen van waaruit je de waterval van verschillende kanten kon zien. De eerste serie trappen ging goed maar bij de laatste trappen gleed? ik weg en rommeldebommel daar lag ik. Ik schrok me rot want ik viel behoorlijk had met mijn hoofd op de grond. Afijn, ik heb, samen met Jan, zo’n 10 minuten op de trap gezeten want ik was behoorlijk dizzy. Resultaat: een bult op de zijkant van mijn hoofd, schaafplekken op mijn benen en een blauwe heup. We zijn langzaam teruggelopen naar de auto en ik had het helemaal gehad met de trails. Ik was blij dat ik weer in de auto zat. Onderweg kwamen we een aantal dikhoornschapen tegen met jongen die midden op de weg stonden. Ook zij gingen, zoals we inmiddels gewend zijn, niet aan de kant. Handig want ik kon rustig wat foto’s maken. Na een poosje gingen ze toch wat aan de kant zodat we er langs konden rijden. Via de uitgang van het park, reden we door de provincie Alberta. Het viel me meteen op dat de weiden hier een stuk groener zijn dan in Amerika. Eindeloze weiden en graanvelden met grote farms. In het plaatsje Pincher Creek hebben we boodschappen gedaan. De supermarkt was een stuk kleiner dan in Amerika . Geen eindeloze gangen met tig soorten chips, wasmiddel en snoep maar meer het Nederlandse model. We schrokken wel van de prijzen; alles is hier een stuk duurder dan in Amerika. Dat is even wennen. Het was nog zo’n 20 km rijden naar Beaver Mines, een gehucht met ongeveer 30 inwoners, waar we 2 nachten zullen blijven.
Voor het eerst een Bed and Breakfast. We hebben wel een aparte cabin. Toen we er kwamen, hing er een aardig briefje aan de deur dat de bewoners tot laat in de middag weg waren maar dat de deur van de cabin open was en dat we ons vast konden installeren.
Dat hebben we dus gedaan en na een uurtje kwam Kevin kennis maken. We hebben een poosje gepraat en hebben gevraagd of we in Beaver Mines ergens konden eten. De enige eetgelegenheid bleek dicht te zijn. We konden terug rijden naar Pincher Creek maar daar hadden we geen zin in. Er bleek in Beaver Mines wel een General store te zijn. Daar zijn we maar naar binnen gegaan. Het was echt zo’n ouderwetse dorpswinkel. Ze verkochten er van alles: van bier tot visgerei en gelukkig hadden ze er ook wat te eten. Jan had een kipburger en ik een smokie. Het lijkt op een hotdog maar dan met een soort rookworstsmaak ,op een broodje. Ik kreeg een aantal bakjes voor mijn neus met zuurkool, uien, pepers, sauzen en kon daarmee zelf mijn smokie versieren. We lieten alles inpakken in alufolie, zodat we het mee konden nemen naar de cabin. We hebben nog een poosje gepraat met de vrouwen van de winkel en Jan heeft zich laten adviseren over het Canadese bier. De smokie was verrassend lekker en onze maag was weer gevuld. Wat we morgen gaan doen, weten we nog niet. Ze voorspellen voor morgen veel regen dus misschien moeten we ons plan aanpassen. We zullen het zien.

Zaterdag 11 september (East Glacier Village)


Wat is er mooier dan wakker worden met een haardvuurtje op de achtergrond. Dat gebeurde dus vanmorgen. Nog even heerlijk blijven liggen en toen heb ik me gewassen en aangekleed. Inmiddels had Jan het ontbijt klaar. Lekker gegeten en een beker koffie op de porch (veranda) gedronken. Daarna zijn we op weg gegaan naar Glacier NP. We gaan vandaag naar Two Medicine, een gedeelte van het park waar we 4 jaar geleden geen tijd voor hadden. Dit deel heeft weinig voorzieningen en daarom is het een rustig gedeelte waar je goed kunt wandelen. We willen de Twin Falls gaan bekijken. We gaan eerst langs het rangerstation voor wat inlichtingen over de trail en het weer. Het waait weer heel hard maar het zal waarschijnlijk droog blijven. De ranger legt ons uit dat we, door verschillende trails te combineren, helemaal rondom Two Medicine Lake kunnen lopen. Hij laat het ons zien op de kaart en we besluiten om zijn advies op te volgen. Voordeel is ook dat we grotendeels door het bos lopen zodat we minder last hebben van de wind. Het eerste gedeelte van de trail loopt langs het meer en het uitzicht is prachtig. Hoge bergen rondom, een mooi helder meer en bossen en struiken die al beginnen te verkleuren. Ook zijn er volop bessen te zien. Het resultaat is een palet van allerlei kleuren, rood, geel, bruin, groen en blauw. Prachtig, en we staan regelmatig stil om ervan te genieten. Na zo’n 2 uur lopen, komen we bij Twin Falls. Dit zijn 2 watervallen vlak naast elkaar. We besluiten dat dit een ideale plek is om te lunchen. Het is hier windstil en dat is wel zo prettig. We eten,zittend op een omgevallen boom, en genieten van het geluid van de watervallen. Na de lunch lopen we weer verder. Het pad is heel smal en links en rechts van ons groeien hoge planten en struiken. We moeten goed uitkijken waar we onze voeten neerzetten want overal zijn boomwortels en stenen. Het gaat op en neer maar het pad is niet echt steil. Nadat we een poos door het bos hebben gelopen, zien we het meer weer maar nu van de andere kant. We lopen over verschillende houten bruggetjes, gemaakt van boomstammen en we moeten zowaar een hangbrug over. Het wiebelt behoorlijk maar er zitten gelukkig ijzeren leuningen aan zodat je je kunt vasthouden. Er mag maar één persoon tegelijk op de brug maar gelukkig komen we veilig aan de overkant. Om de tweede waterval te zien, moeten we een stukje van de route afwijken. Maar het is méér dan de moeite waard. Ook dit is weer een geweldige waterval. Ook hier rusten we even en dan lopen we het laatste stuk van de trail. Het landschap wordt langzamerhand vlakker en meer open zodat we meteen weer meer last krijgen van de wind. Eindelijk zien we in de verte de daken van verschillende gebouwtjes, tekenen dat het eind van de trail in zicht is. Als we bij het eind van de trail zijn gekomen, blijkt dat we nog een behoorlijk stuk langs de asfaltweg moeten lopen, vóór we bij de auto zijn. Dat is even een tegenvaller maar uiteindelijk zitten we dan toch lekker in de auto. Op de terugweg naar de uitagng van het park, besluiten we nog een heel klein trailtje te lopen naar de 3e waterval van vandaag: Running Eagle Falls.
Deze waterval is genoemd naar Running Eagle, een Apakuni (indianenstam) vrouw. Op een bord staat de hele levensloop van deze vrouw en zo te lezen, was zij een heel bijzondere vrouw. Uit eindelijk werd ze op haar 30e gedood door een vijandige indianenstam en is ze begraven boven de waterval, onder een boom. Sindsdien is dit een heilige plaats van de Apakuni. De waterval is bijzonder. Hij lijkt uit een rots te komen i.p.v. er overheen te stromen. Heel raar.
Als we terug zijn bij de auto, besluiten we om maar meteen een hapje te gaan eten. We rijden het park uit, zitten een beetje met elkaar te kletsen en dan moet Jan bovenop de rem. Vlak vóór ons komt een berenjong (cub) het bos uit lopen. Ik weet niet wie er méér schrikt; wij of het jong. Het verdwijnt meteen weer terug in het bos. We zetten de auto stil en besluiten te wachten om te zien wat er gebeurt. Na een poosje komt de cub weer tevoorschijn en vlak achter hem een tweede cub.Ze lopen een stukje langs de weg vóór ze uiteindelijk besluiten om over te steken. Dan verdwijnen ze in het struikgewas. Maar….. waar twee cubs zijn, is de moeder niet ver weg. We blijven dus maar veilig in de auto zitten voor het geval moederbeer nog over gaat steken. Dat gebeurt niet en na een poosje goed kijken, zien we dat moeder beer al aan de overkant is. We zien haar nl. rechtop staan tegen een boom. Daarna laat ze zich weer zakken en we zien haar samen met haar 2 cubs verdwijnen tussen de struiken.
Wat een ervaring was dat zeg. We hebben nog niet eerder een beer van zó dichtbij gezien, laat staan een moeder met 2 cubs. In Yellowstone hebben we zo goed gekeken of we een beer zagen en daar zagen we ze niet. En vandaag, terwijl we het helemaal niet verwachtten en we Glacier eigenlijk al uit waren, zien we ze wel. Wat een geweldige afsluiting van een geweldige dag in het park.
Morgen gaan we helaas al weer verder. Ik had nog graag willen blijven want Glacier is zo’n mooi park en dan m.n. Two Medicine. We zijn hier eigenlijk nog lang niet klaar maar misschien komen we nog een 3e keer terug?
Morgen gaan we de grens over naar het Canadese gedeelte van het park; dan heet het geen Glacier maar Waterton. Hopelijk is het daar net zo mooi als hier.

Vrijdag 10 september (Helena – East Glacier Village)


Het wekkertje ging op de normale tijd af en we genoten weer van een homemade ontbijt met thee. Heerlijk dus.
Het was gelukkig droog vandaag, alhoewel het behoorlijk fris was. Spullen gepakt, dat kunnen we tegenwoordig heel snel, en weggereden uit Helena. Bij het eerste pompstation getankt en koffie gedronken. Lekkere koffie dit keer.
Daarna konden we tijdens de rit weer genieten van de afwisseling in het landschap van Montana. Ik blijf het maar mooi vinden, die uitgestrektheid en het gevoel van ruimte dat het geeft. We kwamen weer veel koeien en paarden tegen. Die beesten hebben echt een heerlijk leven hier. Volop ruimte; er staat alleen een hek langs de weg. Voor de rest kunnen ze gaan en staan waar ze willen. Twee keer per jaar worden de koeien verzameld (round-up). In de lente wordt gekeken hoeveel kalveren er bij zijn gekomen en wordt er gebrandmerkt. In de herfst wordt gekeken welke koeien er geslacht kunnen worden. Dit zijn nog eens scharrelkoeien!
Tegen één uur zagen we een picknickplek waar we konden lunchen. Nou, ik kan jullie vertellen dat het een hele korte lunch werd. We waaiden bijna weg en er was nergens beschutting in dit weidse landschap. Het waaide zó hard dat de yoghurt van mijn lepel waaide. De druiven hebben we maar in de auto gegeten. Daarna zijn we doorgereden naar Browning. Dit ligt in het reservaat van de Blackfoot Indians; indianengebied dus. Hier staat het Museum of the Plains Indian. Dit museum hebben we 4 jaar geleden al bezocht maar we vonden het toen zó mooi dat het nu weer op ons lijstje stond.
We begonnen met een film uit 1934 waarin de belangrijkste indianenopperhoofden (Chiefs) bij elkaar waren gehaald door een vertegenwoordiger van de regering, Generaal Scott. Iedere indianenstam heeft zijn eigen taal; ze kunnen elkaar dus niet verstaan. Daarom wordt er gebruik gemaakt van gebarentaal want dat kent iedere indiaan. In de film werden verhalen en anekdotes in gebarentaal “verteld”. Gelukkig stond er een vertaling onder want het ging allemaal zó snel; niet te volgen dus. Toch hebben we wel een paar gebaren opgepikt nl. het gebaar voor paard, bizon en overal vandaan.
Het was heel interessant om deze film te zien, vooral omdat alle opperhoofden nog in echte indianenkleding te zien waren. Na de film hebben we het museum weer bekeken. Allerlei prachtige indianenkledingstukken hebben we gezien met een duidelijke uitleg erbij waar ze van gemaakt waren en bij welke gelegenheid ze gedragen werden. Er was een vitrine met speelgoed, gebruiksvoorwerpen, hoofdtooien, pijlen en bogen en alles voorzien van een duidelijke uitleg. Het interessantste vond ik de uitleg over het preparen van de huiden en de manieren waarop de indianen kledingstukken versierden. Het prepareren van een huid ging als volgt: eerst werden met een schraper de vlees en vetresten verwijderd. Daarna werden de haren verwijderd. Voor een soepele huid werden de darmen, hersenen en ingewanden in de huid gerold. Dat liet men een aantal dagen inweken.
Daarna werd de huid gespannen op een raam en beklopt en bewerkt om hem nog soepeler te maken en te drogen. Daarna kon de huid gebruikt worden voor kleding.
Voor het versieren van kleding gebruikten de indianen kleurstoffen, allerlei grassen en beads (hele kleine glaskraaltjes) Met de grassen en de kraaltjes maakten ze de mooiste versieringen. Iedere stam had zijn eigen patronen om kleding te versieren.
Na het museumbezoek hoefden we nog maar 15 mijl te rijden vóór we bij onze overnachtingsplek waren. We hadden een cabin geboekt vlakbij de ingang van Glacier NP. Een hele mooie cabin met een eigen veranda, een open haard (weliswaar nep maar wel met echte vlammen) een keukentje, luie stoel en zo verder. Een heerlijke plek om 2 nachten te verblijven.
Nadat we de boel uitgepakt hadden, zijn we gaan eten. We hebben de eigenaar gevraagd waar we het best konden gaan eten en hij gaf ons de naam van een plaatselijke eetgelegenheid, zo’n 3 mijl westelijk van het dorp (Ramsey’s Firebrand). Wij zouden er uit onszelf nooit naar binnen zijn gegaan want het zag er van de buitenkant niet uit. Ook binnen was het niet bijzonder; een grote bar en een aantal tafels met banken. Maar schijn bedriegt want we hebben hier toch lekker gegeten!
Helemaal geweldig met alleen verse spullen en de borden mooi opgemaakt. Jan had een hamburgersteak met gebakken uien, champignons en zelfgemaakte friet en ik had een Ceasarsalade. Zo’n lekkere salade heb ik zelden gegeten. We hebben zitten smullen en dat allemaal voor 26 dollar.
Gelukkig blijven we hier nóg een dag zodat we morgen nogmaals kunnen genieten. Morgen gaan we het park in. Hopelijk is het droog want we willen wandelingen gaan maken.

vrijdag 10 september 2010

Donderdag 9 september (Cody - Helena)


Zoals gewoonlijk staat de wekker op 8 uur. We genieten weer van een hotelontbijt, alleen jammer dat het bruine brood op is. Het Amerikaanse brood is gewoon niet lekker.
We pakken onze koffers en om half 10 rijden we weg uit Cody. Ik moet eerlijk zeggen dat ik me van Cody meer had voorgesteld. Ik had meer een Western sfeertje verwacht maar het is gewoon een saai stadje. Eén lange brede hoofdstraat en dat is het dan wel.
We hebben vandaag een lange reisdag voor de boeg. We willen zo snel mogelijk naar Glacier NP dus we gaan mijlen maken. We verlaten Wyoming en gaan door Montana. Vier jaar geleden vond ik Montana al geweldig om doorheen te reizen. Het landschap is afwisselend; heuvelachtig, veel weiden met koeien en paarden, afgewisseld met landbouwgrond.
Het regent veel onderweg en het is ook niet bepaald warm maar voor een reisdag is het niet erg.
We lunchen bij een picknickplaats waar wij de enigen zijn die buiten zitten.
De rest, waarschijnlijk allemaal Amerikanen, blijft in de auto zitten.
Om half 4 zijn we in Helena en dan hebben we er ruim 300 mijl opzitten. We vinden al snel een Super 8 motel, vlak aan de snelweg. De kamer is verrassend ruim met weer een heel groot bed, een bureau met bureaustoel en ook weer een luie stoel. Een aangename verrassing, zeker voor de prijs die we betalen: 63 dollar.
Verder valt er over deze dag weinig te vertellen. Ook foto’s hebben we niet gemaakt. Vandaar dat we een foto van gisteren plaatsen, van Old Trailtown.

donderdag 9 september 2010

Woensdag 8 september (Cody)


Wat hebben we heerlijk geslapen in dat grote, fijne bed. Wat een verschil met de cabin. Geen home made ontbijtje vandaag maar een hotelontbijtje. Natuurlijk met scrambled eggs, saucijsjes, donuts en andere echt Amerikaanse dingen maar gelukkig óók yoghurt, fruit, heerlijke thee en zelfs bruin brood. Ik heb ervan genoten, zo lang ik maar niet naar die volgeladen borden van de Amerikanen keek.
Daarna hebben we de auto gepakt om naar Old Trail Town te gaan. Een verzameling oude houten gebouwen uit de tijd van het Wilde Westen. De gebouwen zijn overal vandaan gehaald, afgebroken en hier in Old Trail Town in Cody weer in elkaar gezet. Hartstikke leuk en interessant om te zien.Een oude saloon met de kogelgaten nog in de deur, een cabin waar Butch Cassidy gewoond heeft, een oude winkel, een school etc. Je kon bij een heleboel gebouwtjes naar binnen om het originele interieur te bekijken. Ook was er nog een klein museum bij met allerlei voorwerpen uit die tijd. Toen we op weg waren naar de uitgang , hebben we nog een poos met een vrouw gepraat die hier vandaan kwam. Wij vroegen haar waar Buffalo Bill, die hier geboren is, begraven ligt. Het blijkt dat hij in Denver is begraven dus niet in Cody. Ze hebben wel geprobeerd om zijn graf naar Cody te verplaatsen maar in Denver willen ze het graf van Buffalo Bill niet kwijt. Ook hier dus haat en nijd. We hebben van die vrouw allerlei leuke verhalen gehoord. Het valt ons ook op dat iedereen hier wel iets met Nederland heeft. Of ze kennen iemand uit Nederland of ze zijn er geweest of ze hebben Nederlandse voorouders. Maar ze hebben nog steeds het geijkte beeld van Nederland: tulpen, klompen en molens.
Na ons bezoek aan Old Trail Town zijn we eerst nog wat boodschappen gaan doen en daarna even teruggegaan naar onze kamer om wat te eten.
Om een uur of 1 zijn we naar het Buffalo Bill Historic Center gegaan om de rest van de dag door te brengen. Dit Historic Center herbergt eigenlijk 5 musea: een museum over de indianen, een museum over Buffalo Bill, een museum over de natuur in Yellowstone, een Western art museum en een wapenmuseum. We zijn begonnen in het indianenmuseum. Hier waren allerlei voorwerpen, kledingstukken en wapens te zien. Ik ben steeds weer onder de indruk van de manier waarop ze hun kleding maakten. Ingewikkelde patronen, gemaakt door duizenden, piepkleine kraaltjes aan elkaar te naaien. Alles is zó perfect afgewerkt en zo verschrikkelijk mooi gemaakt.
Als je alleen al bedenkt hoeveel tijd er in één kledingstuk zit. En alles heeft een betekenis en iedere stam heeft zijn eigen patronen. Ook was er veel te zien over de levenswijze en levenswijsheid van de indianen.
Het 2e museum was helemaal gewijd aan Buffalo Bill, de held van Cody. Werkelijk alles wat ook maar in de verste verte met die man te maken had, was hier te zien. Foto,s van de hele familie, de jas die hij gedragen had, de beker waaruit hij gedronken had, de stoel waarop hij gezeten had enz. enz. Ik werd er niet goed van!
Bovendien hoorden wij dat die man echt niet zo’n lieverdje was; hij heeft onnoemelijk veel bizons gedood en naar vrouwen toe was hij ook niet bepaald lief. Hij scheen nog al losse handjes te hebben.
Afijn, we waren er op een gegeven moment helemaal klaar mee.
Als 3e museum hebben dat over de natuur van Yellowstone bekeken. Dat was wel weer heel mooi. Veel informatie over de dieren en planten die in Yellowstone voorkomen met heel veel opgezette dieren zoals de grizzly, de wolf, de bizon, de marmot , de vos in een natuurlijke omgeving geplaatst. Dit hadden we moeten zien vóór we naar Yellowstone gingen maar ook nu was het heel interessant.
Het wapenmuseum hebben we overgeslagen; dat zegt ons helemaal niks en voor het kunstmuseum hadden we geen puf meer; het kijkglas zat helemaal vol.
We zijn teruggegaan naar de hotelkamer om even uit te rusten en daarna zijn we naar de gunfightersshow geweest. In het centrum van Cody staat een heel oud hotel, het Irma Hotel. Naast dat hotel voeren een aantal vrijwilligers iedere avond een soort cowboy toneelstuk op. Stoere mannen met stoere laarzen, hoeden en pistolen en wulpse vrouwen; je kent dat wel van de western. Heel leuk om naar te kijken . Ze schoten met losse flodders en de eerste keer schrok ik me wezenloos; was er niet op verdacht. Afijn, het eindigde ermee dat bijna iedereen voor lijk op de grond lag.
Na dit spektakel hebben we gegeten en nu zitten we weer op de hotelkamer. Nog even genieten van alle luxe want morgen gaan we weer weg. Morgenavond zal het wel weer een Motel6 of Super 8 worden.

woensdag 8 september 2010

Dinsdag 7 september (Yellowstone NP - Cody)


Vandaag ging de wekker wéér om 8 uur. Ons ontbijt ging er zoals iedere dag goed in. Koffers en spullen pakken en eerst nog maar een bak warme koffie want het is weer errug koud. Het vriest hier ’s nachts behoorlijk want het ijs staat op de ramen van de auto’s. De cabin is daar niet echt op berekend want ondanks de verwarming is het ’s morgens vroeg gewoon KOUD in de cabin.
Vandaag verlaten we Yellowstone, helaas. Als we richting uitgang rijden, komen we de onvermijdelijke bizons weer tegen. Het is inmiddels zo gewoon geworden om ze te zien, dat we niet eens meer stoppen. Erg hé?
Een eindje verder zien we midden op de weide een coyote lopen. Dáár stoppen we natuurlijk wel voor want zo’n dier hebben we nog niet eerder gezien. Helaas verdwijnt hij al snel tussen de struikjes maar we hebben hem tóch maar gezien. We rijden nogmaals langs Lake Yellowstone, wat is dat toch een giga meer. Door het heuvellandschap rijden we richting bossen. Verbrande bossen; ik blijf het een akelig gezicht vinden al die kale, geblakerde boomstammen. Vaak zijn het echter aangestoken, gecontroleerde bosbranden. Ze doen dit om het bos gezond te houden en te verjongen. Tja, ze zullen wel weten wat ze doen.
Langzamerhand gaat de weg omhoog .We rijden over de Sylvan Pass en het is hier uiteraard rotsachtig. Via de oostingang verlaten we Yellowstone en komen we vrijwel meteen in het Shoshone Forest. Heel erg mooi! Het riviertje de Shoshone stroomt naast de weg en we komen ook hele aparte rotsformaties tegen. Ze doen ons een heel klein beetje denken aan Canyonland NP in het zuidwesten van Amerika.
We lunchen op een picknickplek aan de Buffalo Bill Dam, vlak aan het water. Naast ons is een Amerikaans echtpaar op leeftijd uitgebreid aan het barbeknoeien en zo te zien hebben ze er veel lol in. Wij rijden al snel verder want onze lunch bestaat vandaag alleen uit een trailreep en water. We moeten nodig boodschappen doen. Zodra we Cody binnenrijden, zien we een Walmart waar we onze voorraad wat aanvullen. Daarna rijden we door naar
het hotel waar onze kamer gelukkig al klaar is. Als je ziet waar we vandaan komen; een eenvoudige cabin, dan is dit de wereld van het luxe. Een zeer ruime kamer met een hééééél groot bed met maar liefst 5 kussens, een koelkast , een bureau met een echte bureaustoel,een giga tv en een lekkere luie stoel met voetkussen. Dit alles opgeleukt met maar liefst 5 grote schemerlampen en jullie begrijpen dat we het hier wel 2 nachten uithouden. Er is zelfs een koffiezetapparaat zodat we weer eens lekkere koffie kunnen zetten. We installeren ons en Jan duikt achter de computer want we hebben weer internet en ik duik met een tijdschrift in de luie stoel. We waren heel wat van plan vandaag maar we hebben er geen van beiden zin in. We beperken ons tot het draaien van een was, een bezoekje aan het visitorcenter en het nuttigen van een heerlijke maaltijd. Eindelijk een dag géén hamburger. Daarna gaan we terug naar onze riante kamer waar we heerlijk gaan relaxen. Morgen is er wéér een dag, dan gaan we wel weer iets doen. Nu even NIET.

Maandag 6 september (Yellowstone NP)


Vanmorgen heb ik eerst Jan gefeliciteerd want hij viert vandaag zijn verjaardag. Vanwege dat feit mocht hij wat langer in bed blijven en heb ik het ontbijt verzorgd. Er lag nog steeds een heel klein beetje sneeuw maar toen we buiten kwamen, bleek het hartstikke koud te zijn. Zo’n beetje rond het vriespunt; echt wennen dus. Waar we gisteren iedereen nog in een korte broek zagen lopen,zagen we nu lange broeken, winterjassen, mutsen en handschoenen. De Amerikanen waren dus voorbereid op dit weer. Wij hadden gelukkig wel onze fleecen bij ons maar dit weer was een complete verrassing voor ons. Al bibberend hebben we eerst maar een beker hete koffie gekocht om een beetje warm te worden. Daarna zijn we naar het backcountry info center gegaan om te vragen hoe het weer zich zou ontwikkelen. We hadden voor vandaag een trail uitgezocht maar we wilden zeker weten dat het verantwoord zou zijn om hem te lopen. Volgens de parkrancher was het geen enkel probleem. Dus zijn we met de auto weer naar Tower Roosevelt gegaan. In tegenstelling tot gisteren was het daar nu al gesloten voor de winter. Het was er nu stil terwijl het er gisteren nog druk was. Onderweg hadden we nog de nodige vertraging want er liep wéér een bizon midden op de weg. Op zijn dooie gemak en niet van plan om aan de kant te gaan. Alle auto’s bleven heel langzaam achter het beest aan rijden want je wilt zo’n grote logge bizon niet kwaad maken. Dat kost je je auto. Afijn, uiteindelijk verdween meneer in het bos. Probleem opgelost. Verderop zagen we nog een moederhert met jong vlak langs de weg en totaal niet bang. Hier in dit park regeert de natuur en is de mens ondergeschikt. Een leuke en goede ervaring.
Na wat moeite vonden we het beginpunt van onze trail. En ja hoor, het begon alwéér met een steile klim. Voordeel met gisteren was dat we er nu op voorbereid waren en dan wéét je wat er komt. De trail was helemaal geweldig. We liepen op de rand van de canyon van de Yellowstone en we zagen de rivier héél ver onder ons stromen. Aan de overkant zagen we heel kleine mensjes die op een uitkijkpunt aan de overkant van de canyon stonden. Heel apart ! Nadat we de rand van de canyon een poos gevolgd hadden, kwamen we in een heuvelachtig gebied terecht met grassen en de onvermijdelijke sagebrush. De trail was heerlijk rustig en de temperatuur werd ook een stuk aangenamer. Zo af en toe kwam zelfs de zon tevoorschijn.
De lunch hebben we gebruikt tussen 3 bizons, die gelukkig op veilige afstand, rustig liepen te grazen. Het zal je maar gebeuren dat zo’n beest dicht bij het trailpad loopt. Daar ben je dan mooi klaar mee want je kunt er niet zomaar vlak langs lopen. Gelukkig besteedde het beest geen aandacht aan mijn oranje fleece zodat we na de lunch onze weg konden vervolgen. Na zo’n 3 uur lopen kwamen we weer bij de parkeerplaats met picknicktafels. Daar hebben we wat druiven gegeten en overlegd wat we verder zouden gaan doen. We besloten terug te rijden naar Canyon Village en van daaruit bekijken we de noordkant van de canyon op z’n Amerikaans.
Dat betekent met de auto en alleen uitstappen bij de uitkijkpunten. Het leuke is dat we nu zelf op de plek staan waar wij vanmorgen al die kleine mensjes zagen en dat wij aan de overkant van de canyon mensen zien die nu de trail lopen.
We gaan ook nog even de shop in en ik koop maar meteen een paar handschoenen; ben ik tenminste voorbereid als het weer zo koud wordt.
Na onze 3e dag hamburgers met friet gaan we terug naar de cabin. Morgen verlaten we Yellowstone helaas. Het blijft een prachtig park waar echt alles aanwezig is: bossen, weides, geysers, meren, heuvels, watervallen, wild. Het park is heel afwisselend en als je van de grote weg afgaat en je loopt een niet al te bekende trail, dan waan je je alleen in het park. Deze 2e keer Yellowstone hebben we de dingen gedaan waar we 4 jaar geleden niet aan toe kwamen of die we graag nog eens wilden zien. Al met al blijft Yellowstone één van onze favoriete parken en wie weet gaan we nog eens voor een 3e keer terug. Je weet het niet!